In de eerste paar maanden heeft de baby normaal gesproken voldoende bewegingsruimte in de baarmoeder. Maar nu de bevalling nadert, wordt de baarmoeder steeds strakker en strakker. In het begin heeft je kind ruimte om alle kanten op te draaien, maar dit wordt de laatste weken steeds moeilijker. Gewoonlijk zal je baby in de laatste paar weken zijn hoofd laten zakken en dan afdalen. Dit is de ideale positie voor een bevalling. Maar wat als dit niet gebeurt? Hoe weet je of je baby in de juiste houding ligt?
Wat is de gewenste liggingshouding van de baby?Aan het einde van de zwangerschap, na ongeveer 36 weken, liggen de meeste baby’s ondersteboven in het bekken van hun moeder. Het kind ligt op zijn rug met zijn kin op zijn borst en zijn hoofd naar voren gebogen. De achterkant van het hoofd rust op de baarmoederhals. De baby kijkt naar het stuitje. Het gezicht is dus naar mama’s ruggengraat gericht. Dit wordt de occipitale positie genoemd. De baby komt als eerste naar buiten tijdens de bevalling. Dit is het smalste deel van het hoofd. Dit maakt de occipitale positie de gemakkelijkste manier om te bevallen. Als de baby een andere houding heeft, kan dit de bevalling bemoeilijken.
Andere liggingshoudingenEen sterrenkijker ligt rug aan rug met zijn moeder, met het hoofdje naar beneden in het bekken en het gezicht naar de voorkant: kijkend naar de sterren -> sterrenkijker (aha!). Bij de geboorte ligt het baby’tje niet in de klassieke achterhoofdsligging. Als de baby een sterrenkijker is, kijkt de baby naar het schaambot (dit zit aan de voorzijde) in plaats van richting het stuitje. Het kindje ligt dus met het gezicht richting de buik.
Een sterrenkijker ter wereld brengenHet hebben van een sterrenkijker kan moeilijker en pijnlijker zijn dan het hebben van een “juiste” baby. Er zijn trouwens heel veel voorzichtigheden in de verloskunde: er is geen goed of fout. Baby’s kunnen liegen. Ongeveer 34% van de baby’s bevindt zich in het begin in de sterrenkijkpositie. Dit is onvoorspelbaar en vooraf weten helpt niet. Ze draaien vaak om tijdens de bevalling, dus slechts 5% tot 8% van de baby’s bevallen daadwerkelijk in een sterrenkijkpositie. Je herkent de sterrenkijker tijdens de bevalling: de verloskundige voelt hem door de naden op de schedel, en vaker zal hij een bepaald patroon volgen. Patroon: arbeid lijkt te beginnen, maar stopt dan. De impuls om te persen komt meestal eerder, het vlies scheurt sneller en de samentrekking is sterk voelbaar in de rug door druk op de anus. Levering duurt meestal langer dan normaal. |
